
De spijsvertering van jou kippen
Als kippenliefhebber is het goed om te weten hoe het spijsverteringssysteem van je kip werkt. Want als je begrijpt hoe voedsel wordt verteerd, kun je beter inschatten wat gezonde mest is, hoe je tekorten voorkomt, en waarom bepaalde klachten ontstaan. In dit artikel neem ik je stap voor stap mee door het spijsverteringskanaal van de kip — van het moment dat ze iets oppikt met haar snavel, tot het moment dat de mest eruit komt.
1. De snavel en slokdarm
Een kip heeft geen tanden, dus ze kauwt haar voer niet. Wat ze pikt, wordt met een beetje speeksel via de slokdarm naar de krop gebracht. De slokdarm is een buis die loopt van de bek naar de krop en daarna naar de maagdelen.
2. De krop, een opslagplaats
De krop is een soort opslagzakje halverwege de slokdarm. Hier wordt voedsel tijdelijk bewaard en alvast een beetje voorgeweekt. Zo kan de kip rustig verder scharrelen en later op haar gemak het eten laten zakken naar het volgende deel.
Belangrijk: De krop loopt normaal gesproken aan het eind van de dag langzaam leeg. Een volle, harde of stinkende krop ’s ochtends kan duiden op een probleem zoals een verstopping of gistinfectie (zure krop).
3. De kliermaag (proventriculus)
Na de krop komt het voedsel in de kliermaag, ook wel proventriculus genoemd. Hier worden verteringsenzymen en maagzuur toegevoegd. De vertering begint hier echt: het voedsel wordt zachter en klaar voor de volgende stap.
4. De spiermaag (gizzard)
De spiermaag, of gizzard in het Engels, is een gespierde maag die als een soort molensteen werkt. Omdat kippen niet kunnen kauwen, slikken ze kleine kiezelsteentjes in. Die blijven in de spiermaag zitten en helpen bij het fysiek malen van het voedsel. Hierdoor wordt het voer goed fijngemaakt en vermengd met de verteringssappen.
5. De dunne darm , opname van voedingsstoffen
Het fijngemalen voedsel komt daarna in de dunne darm terecht, die bestaat uit drie delen:
Duodenum (twaalfvingerige darm) – hier worden verteringssappen toegevoegd uit de lever (gal) en alvleesklier (enzymen).
Jejunum, het middenstuk van de dunne darm.
Ileum, het laatste deel van de dunne darm.
In de hele dunne darm worden de belangrijkste voedingsstoffen opgenomen, zoals eiwitten, suikers, vetten, vitamines en mineralen.
6. De ceca, de twee blindedarmen
Bij mensen heb je één blinde darm, maar kippen hebben er twee: de ceca. Ze zitten als zijtakken tussen de dunne en dikke darm. Hier vindt fermentatie plaats: vezelrijk en moeilijk verteerbaar voedsel wordt afgebroken door bacteriën.
De ceca produceren ook de typische cecale mest – donkerbruin tot zwart, brijachtig en erg sterk van geur. Dit is normaal en komt een paar keer per dag voor.
7. De dikke darm
Na de ceca komt het voedsel in de korte dikke darm terecht. Hier wordt nog wat vocht en mineralen terug opgenomen. Bij kippen is de dikke darm een klein stuk vergeleken met zoogdieren, maar toch belangrijk voor de waterbalans.
8. De cloaca, het eindstation
Tot slot komt alles samen in de cloaca: verteringsresten, urine (wit deel in de mest), en bij hennen ook eieren. De cloaca is het uiteindelijke “uitgangspunt” van het spijsverterings-, urine- én voortplantingskanaal.
Extra weetjes:
Gezonde kippenmest is meestal bruin, worstvormig, met een wit puntje (urinezuur).
Cecale mest is brijachtig en komt van de ceca. Heel normaal!
Waterige, groene, gele of bloederige mest kan wijzen op ziekte of parasieten. Kijk in het andere mestartikel wat welke mest kan betekenen.
Door mestonderzoek kun je achterhalen of de darmgezondheid goed is of dat er wormen of coccidiose spelen.
Tot slot – waarom is dit belangrijk?
Als je weet hoe het spijsverteringssysteem van je kip in elkaar zit, snap je beter waar klachten vandaan kunnen komen. Een stinkende krop, dunne mest, veel drinken, slechte eiproductie, het heeft vaak te maken met één van deze stappen. En door hier op te letten, kun je problemen vroeg herkennen én gericht behandelen.
Heb je vragen, stel ze gerust
Liefs van Lin
Reactie plaatsen
Reacties